Prisma diabetes

project-prisma3


project-prisma-diabetes2

De PRISMA-methodiek:
PRISMA heeft een uitgebreide onderbouwing met een viertal gedragswetenschappelijke theorieën. Hieronder een korte weergave van de vier theorieën:

  • Self-regulation Theory
    Deze theorie gaat in op de individuele ideeën die mensen kunnen hebben over ziekte zoals diabetes. Mensen met diabetes blijken een diversiteit aan opvattingen te hebben over hun ziekte die bepalend zijn voor de manier waarop ze ermee omgaan. Deze opvattingen staan lang niet altijd gelijk aan de medische opvattingen. Tijdens de cursus komen de ideeën en kennis van de deelnemers aan het licht zodat eventuele misvattingen kunnen worden uitgesproken en worden herzien.
  • Dual Process Theory
    Bij de meeste vormen van educatie neemt de patiënt een passieve rol in: luisterend naar de hulpverlener die iets verteld over diabetes. De Dual Process Theory benadrukt juist de actieve betrokkenheid van de patiënt bij het leerproces. Dit betekent dat de trainers door het geven van gedoseerde informatie maar vooral door het stellen van vragen de patiënten activeren de aangeboden informatie te verwerken. Informatie die op deze wijze wordt verkregen, blijkt beter te worden onthouden en is beter bestand tegen invloeden van tegenstrijdige informatie. Hoe meer de deelnemers zelf aan het woord zijn en hoe meer verbanden ze leggen met zijn eigen ervaringen en handelen, hoe meer er gebeurt in de kennis en het gedrag naderhand.
  • Self Determination Theory
    Deze theorie benadrukt het verschil tussen interne en externe motivatie. Externe motivatie betekent iets doen om externe redenen (bloedglucose meten omdat de arts dan vraagt). Interne motivatie betekent iets doen vanuit interne redenen, voor jezelf (bloedglucose prikken omdat je benieuwd bent naar de invloed van beweging). Deze vorm van motivatie is een belangrijke voorspeller gebleken voor adequate zelfzorg, afvallen en een goede diabetesinstelling. Om interne motivatie te bevorderen worden de deelnemers gestimuleerd hun eigen gezondheidsprofiel te onderzoeken en in kaart te brengen. Inzicht in de eigen risico's leidt automatisch tot de vraag: wat kan ik hieraan doen?
  • Social Learning Theory
    De individuele opvattingen over de eigen mogelijkheden om gedrag te veranderen en een actieplan op te volgen is een belangrijke voorspeller van succesvol zelfzorggedrag. De boodschap van de cursus is dat elke positieve verandering, hoe klein ook, winst oplevert voor de gezondheid. Aan het eind van de cursus worden de deelnemers gestimuleerd een persoonlijk actieplan op te stellen aan de hand van hun eigen gezondheidsprofiel met SMART-doelstellingen. SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Actiegericht, Realistisch en Tijdsgebonden. 'Vanaf maandag eet ik wekelijks 1x een portie vette vis' of 'op mijn volgende afspraak bij de huisarts bespreek ik mijn depressieve klachten'.